Informatie over de sport squashen
Waar squashen precies is ontstaan is anno 2015 nog steeds onduidelijk. De meeste mensen denken dat ergens rond 1830 de sport voor het eerst werd beoefend op de Harrow School in Engeland. Hier werden ook een aantal jaar later de eerste squashbanen gebouwd. Engeland heeft daarna de sport naar landen zoals Egypte, India en Pakistan verspreid. Deze landen worden gezien als belangrijke landen in de squashwereld. Het spel wordt het vaakst uitgevoerd door twee spelers op een speciale squashbaan. Beide spelers hebben een squashracket waarmee zij een bal via de muur terug moeten slaan. De spelers dragen in de meeste gevallen in ieder geval een sportshirt, sportschoenen, korte sportbroek en soms meerdere soorten zweetbandjes.
Hoe speel je squash? De basis
Om te beginnen met squashen heb je niet veel materiaal nodig. Voor de eerste keren kun je er voor kiezen om een squashracket en squashbal te huren bij een baan. Zo kun je zelf bepalen of je de sport vaker wilt gaan beoefenen. Als dit het geval is, kun je een aantal spullen zelf kopen, zodat je geen spullen meer hoeft te huren. Squashen speel je meestal met twee personen op een squashbaan met een racket en speciale bal. Het spel begint met een opslag/service die in het vak van de tegenstander, via de muur, moet landen. Er volgt nu een rally waar de spelers om de beurt de val via de muur terug moeten slaan. De bal mag één keer stuiteren. Als het een speler niet lukt om na deze ene stuit de bal terug te slaan, verliest deze het punt. Dit is echter de basis van het spel. Er krijgt natuurlijk te maken met veel meer regels.
Termen in de squashsport
De volgende termen komen veel voor bij de sport:
- Hand-out: een wisseling van service
- Boast: een bal eerst via de zijmuur slaan voordat deze de voormuur raakt
- Drive: een bal zo dicht mogelijk langs een muur slaan, een tactiek die veel bij rally’s wordt toegepast
- Let: een punt opnieuw spelen. Dit kan om veiligheidsredenen zijn (andere speler loopt in de weg).
- No let: een speler kan zelf vragen om een let aan de scheidsrechter of medespeler. Als deze geen let krijgt roept de andere speler of scheidsrechter: No let!
- In de nick: een bal die via de voormuur in de rand van de vloer en muur terecht komt. De bal stuitert dan niet meer en rolt weg. Een bal in de nick spelen is onhoudbaar voor een andere speler